Inleiding.

De geschiedenis van de verwarming in Bunthof en Groeshof èn die van ons onderzoek: 

De originele bouwtekening (Noot 1.) voor de verwarming laat het volgende zien:

Bij de bouw van de flats Bunthof en Groeshof in 1972 is bij de aanleg van de verwarmingsinstallatie, ketels, transportleidingen en radiatoren, er van uitgegaan dat iedereen een gelijk aandeel in de verwarming zou betalen. Ongeacht zijn werkelijk verbruik. Zogenoemde hoofdelijke omslag. Dat resulteerde in een hoog gasverbruik. (In de eerste jaren werd er ± 500.000 m3 gas gebruikt. Nu ligt dit tussen de 114.000 en 170.000 M3.)
De radiatoren zijn qua grootte aangepast aan de ligging in de flat èn de door de woningen lopende stijgleidingen. Nog steeds is er van deze situatie sprake en bevinden zich op de laagste woonlagen kleinere radiatoren dan op de bovenste. Voor de stijgleidingen is er van een omgekeerde constructie sprake. In de laagste woonlagen loopt een 6 cm dikke stijgleiding en op de 13e verdieping is er geen. De daaronder liggende verdieping heeft een stijgleiding van 2 cm. Het verloop is dus van 6cm tot niets. Bij de bouw is daarom rekening gehouden met dat verschil van warmte af staan. (warmteverlies wordt dit officieel genoemd.)
Werd op de 1e woonlaag in de woonkamer een radiator geplaatst van 4200 Watt en op de tweede een van 4400 Watt, op 13e was die 6150 Watt. Dus 46% groter! In de hoekwoningen en de woningen naast het trapportaal van de 13e woonlaag werden extra radiatoren geplaatst met een vermogen van 800 Watt. Daar werd dus 65% meer aan verwarmingselementen geplaatst! De combinatie van radiator en stijgleiding moest zorgen voor een in alle woonkamers van de woningen gelijke temperatuur van 22 °C. Voor de andere vertrekken was van een gelijksoortige verhouding sprake. Dat kon dus niet bereikt worden door radiatoren van gelijke grote.

 

Als gevolg van de koppeling van de aardgasprijs aan de olieprijs liepen de kosten van de verwarming hoog op. Een landelijke (eigenlijk Europese) tendens.

 

Er werd in de jaren '70 geroepen om zuiniger met deze energie om te gaan, met als gevolg dat overal Hoog rendementketels werden geplaatst. Zo ook in 1987 in de Bunthof en Groeshof, waar meteen ook Vloeistofmeters op de radiatoren zijn geplaatst. Radiatoren die alleen al in de woonkamer van 29 verschillende vermogens waren!. Deze meters hadden een verschillende graadverdeling die aangepast was aan de situatie van de vertrekken. Zij gaf een redelijke verdeling. Er was een nadeel. Ook al stond de radiator niet aan, hij registreerde toch het verbruik van de warmte van de stijgleiding omdat de vloeistof bij een bepaalde temperatuur verdampte.
Dat had echter vervelende consequenties! Zomers bij warm weer verdampte de meter ook! Hoe warmer de temperatuur in het vertrek hoe meer er aan warmteverbruik werd geregistreerd.
Schermde je de kamer door een zonnescherm af, werd het minder warm dan bij de buurman die geen scherm had. De meters bleken ook fraudegevoelig. Door afdekken met een vochtige doek vond een minder snelle verdamping plaats.

 

Toen werd elektronische warmtemeting uitgevonden en in meters voor de verwarming geconstrueerd. De Doprimometers dus.

 

Deze werden in 2003 in de Bunthof en Groeshof aangebracht en vervingen dus de verdampingsmeters met de stelling dat er nu sprake was van eerlijke verdeling van warmte en dus van de kosten.
Bij de afrekening in 2004 kregen de bewoners de schrik van hun leven. De warmtespecificatie geleverd door Viterra was niet te begrijpen en riep heel veel vragen op.
Want  diverse posten op de specificatie waren onduidelijk, onverklaarbaar en daardoor liep iedereen te mopperen! Die posten waren de “omrekenfactoren”, “reductie”, “kosten meting”, “vastrecht” en “diverse kosten”. Daarbij was de meting (=opname van de Doprimometers) hoogst onzorgvuldig gebeurd door niet ter zake kundige mensen.

Han Schneider en Bas Verbiest (beide bewoners van de Bunthof), deelden die ervaringen en besloten samen onderzoek te verrichten. Daarvoor vroegen zij medewerking van de 363 bewoners. Velen van hen deden mee door het afstaan van hun specificaties en opsommen van hun klachten. Bij Essent werd geprotesteerd. Dat had enige uitleg van Essent tot gevolg. Maar riep op zich weer andere vragen op!

 

De daaruit voorkomende gegevens hebben zij vastgelegd en voorzien van commentaar en lijst van vragen in hun rapport “ Het Hoe en Waarom van de Specificatie Warmtekosten”.

 

Dat rapport is aan de bewoners en bewonerscommissie aangeboden met het verzoek dit rapport voor te leggen aan Essent,  Viterra (Clorius en nu Ista) en WWB.

 

Daarop volgde een bijeenkomst op 17 januari 2005 met vertegenwoordigers van Essent en Viterra. Daarbij waren de BC, huurdersver. Spectrum en Han Schneider en Bas Verbiest aanwezig. Helaas ontbrak WWB.

 

Alle klachten zoals die in het rapport op tafel lagen, werden door Viterra afgedaan met de verwijzing dat zij een uitstekend programma hadden, KISS, dat door TNO ontwikkeld was en dus onfeilbaar. Han en Bas brachten daar tegen in, dat hoe goed het programma ook was, de gegevens moesten worden verzameld en met de hand ingevoerd.

 

Dus Han en Bas bleven bestrijden dat er geen fouten gemaakt konden worden, omdat er o.m. verschillen waren die onverklaarbaar waren. Dat was namelijk het geval met de radiatoren in gelijke woningen in Bunthof en Groeshof. Daarop was namelijk een verschillende omrekenfactor losgelaten. Ook dat bij mensen de dagstand opgenomen was in plaats van het jaarverbruik. Han en Bas stelden dat dit niet ten koste ging van Essent, maar van de andere bewoners.

 

Daarop is afgesproken dat de vertegenwoordiger van Essent met Han en Bas de situatie in ogenschouw zou nemen. Dat gebeurde. Hij kwam tot de slotsom dat er inderdaad fouten waren gemaakt,  Precies zoals Han en Bas hadden gemeld. Hij sprak af dat er hermeting zou plaats vinden.
Het resultaat van die hermeting was dat er een nieuwe specificatie bij verschillende mensen in de bus viel. Er werden bedragen terug gegeven van € 0,08  cent tot € 220
Wie voordeel heeft gehad door de foute specificatie of opmeting hoefde niet bij te betalen. (Noot 2.)
Han en Bas waren nog niet tevreden.

Uit het onderzoek was ook voortgekomen dat de Doprimometer weliswaar perfect de warmte opmeet, maar de warmte van de stijgleiding ongemoeid laat. Zij konden beslag leggen op een rapport van Bouwcentrum Rotterdam uit 1987, waarin de warmteafgifte van de stijgleidingen gedifferentieerd was berekend in de graadverdeling van de vloeistofmeters. Daarom hingen er alleen al in de woonkamers 29 vloeistofmeters met een verschillende graadverdeling.

 

Deze differentiatie moest naar de mening van Han en Bas ook tot uitdrukking komen in de verrekening van de vaste kosten. Vaste kosten die door Essent bij het plaatsen van de meters verhoogd waren van 35 naar 39 %. Vaste kosten die bedoeld waren om het warmteverlies van de transportleidingen over alle bewoners te verdelen.
Dus daardoor betaalde iedereen ook een gelijk deel aan de stijgleidingen. Onrechtvaardig dus!
Essent wilde er echter niet aan en gaf het stokje eind 2005 over aan WonenWestBrabant.

 

In goede besprekingen die daarop volgden tussen WWB, de Bewonerscommissie en Han en Bas werd overeengekomen dat een onafhankelijk bureau zou worden ingeschakeld.
Dat werd bureau Damen uit Delft. Daarin was het voornoemde bureau Bouwcentrum opgegaan. Na verschillende malen overlegd te hebben op het kantoor van WWB is er een eindrapportage uitgekomen, waarin alle partijen, WWB, BC en Han en Bas zich konden vinden. BC en Han en Bas hebben aan WWB verzocht de uitkomst van dit rapport aan Essent voor te leggen met de opdracht het uit te voeren.
Dat betekent dat Essent wordt verzocht om de differentie van de stijgleidingen als deel van de vaste kosten in de verwarming te verrekenen. D.w.z. dat 15% van de totale energiekosten opgedeeld wordt in verhouding tot het aandeel stijgleiding dat door de woning loopt. (Noot 3.)

 

Dat Essent dit zou gaan uitvoeren is geheel in overeenstemming met eerder gedane afspraken door Essent in een brief  van Mieke van de Wiel aan alle bewoners op 25 november 2005.!!!

 

(Bovengenoemde eindrapportage is op een bijeenkomst van 1 november 2007 aangeboden aan Essent. Op deze bijeenkomst hebben èn Wonen West Brabant èn de Bewonerscommissie èn de Warmtecommissie een akkoordverklaring ondertekend. Essent deed de toezegging de eindrapportage èn de conclusies te zullen bestuderen. Binnen 14 dagen heeft Essent  echter laten weten het voorstel van Bureau Damen af te wijzen. Op verzoek van WWB hebben wij een reactie gegeven die onder bijlage 1 terug te lezen is. )

 

Daarmee zijn Han en Bas er echter nog niet. De andere vragen: “wie is de beheerder?”, “vastrecht en de hoogte hiervan”, “diverse kosten”, enz.,enz.,  zijn nog steeds niet opgehelderd. Die vragen zijn alleen maar groter geworden doordat er op de afrekening van 2005/2006 een verhoging van het vastrecht heeft plaats gevonden van 89% voor de Bunthof en 51% voor de Groeshof.

Hetzelfde op de afrekening van 2006/2007. Wederom heeft een verhoging van het vastrecht plaats gevonden. Nu van 29,59% voor de Bunthof en 35% voor de Groeshof.

Dit afgezet tegen het gasverbruik, geeft een wel heel vreemd idee: in beide flats is het gasverbruik t.o.v. vorig stookseizoen met 23,8 % gedaald!! Dat zou waarschijnlijk ook een daling van het vastrecht moeten betekenen, maar het werd een verhoging!!

 

Op een gegeven moment besloot Essent de verrekening van de warmte niet meer in beheer te houden en gaf deze terug aan Wonen West Brabant. Deze op haar beurt besteedde deze uit aan iSTA. iSTA (voorheen Viterra en nog eerder Clorius) had de opnames en verrekening al eerder in beheer gehad. Zowel in opdracht van de verhuurder, destijds de Gemeentelijke Woningstichting, als dus van Essent. Dergelijk handelen maakte het ook duister wie in feite de beheerder van de verwarmingsinstallatie was en dus verantwoordelijk voor de verrekening. Hoe de daardoor gecompliceerde situatie door ons ontrafeld werd, hopen wij op deze site duidelijk te maken.

 

Han Schneider en Bas Verbiest

   

 

          

 LAAT A.U.B. EEN REACTIE ACHTER!

                                                                                                                                          

                Vervolg.